Belanghebbende heeft aangifte loonbelasting gedaan over het betreffende tijdvak naar een af te dragen bedrag van € 1.339.955. Van dit bedrag heeft € 273.022 betrekking op een eindheffing ter zake van een regeling voor vervroegd uittreden (hierna: RVU) als bedoeld in art. 32ba, lid 6, van de Wet LB 1964. Het geschil in cassatie betreft de vraag of de Non-activiteitsregeling [X] 2013 van 6 maart …
Meer informatie: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:PHR:2015:2514
Geef een reactie