Verweerder is gedurende de beroepsfase alsnog aan de grieven van eiseres tegemoetgekomen. Naar het oordeel van de rechtbank bestaat geen aanleiding om af te wijken van een forfaitaire proceskostenvergoeding. Er is geen sprake geweest van het tegen beter weten in nemen van een besluit en ook niet van in vergaande mate onzorgvuldig handelen door verweerder.
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2018:5655&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie