Naar het oordeel van de rechtbank dient de ik-oma-making als lastbevoordeling te worden gekwalificeerd en
deze is bij het overlijden van erflaatster terecht door verweerder aangemerkt als fictieve verkrijging op grond van
artikel 10, eerste lid van de Successiewet. Aan de toepassing van artikel 10, negende lid, van de SW wordt dan niet meer toegekomen.
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2018:8080&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie