BPM. Voldoening op aangifte. Beroep kennelijk ongegrond.
Niet met de benodigde feiten aannemelijk gemaakt dat de BPM zou moeten worden verminderd. Vastgesteld is dat de redelijke termijn van berechting met 15 maanden is overschreden en een schadevergoeding van € 1.500 toegekend wordt te betalen door verweerder. Tevens is er recht op een proceskostenvergoeding van € 525, vergoeding van het griff…
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2020:10457&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie