De voor de auto verschuldigde BPM moet worden bepaald aan de hand van de CO2-uitstoot van de auto zelf en niet van de CO2-uitstoot van een referentievoertuig. Verweerder is bij de oplegging van de naheffingsaanslag uitgegaan van een te lage historische nieuwprijs. De rechtbank vermindert de naheffingsaanslag. Beroep gegrond.
Meer informatie: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2022:11086&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie