Eiser is aansprakelijk gesteld voor de aansprakelijkheidsschulden van de betreffende vennootschappen op grond van artikel 36b van de IW. De vordering van verweerder is niet verjaard. Op grond van het vertrouwensbeginsel kan verweerder niet terug komen op de rechtsgeldigheid van de meldingen van betalingsonmacht van de vennootschappen. Er is geen sprake van onbehoorlijk bestuur. Verweerder heeft…
Meer informatie: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBGEL:2022:2142&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie