Niet is aannemelijk dat aan de facturen reële goederenleveringen ten grondslag liggen. De naheffingsaanslagen zijn daarom terecht opgelegd.
Daarnaast komt de rechtbank tot het oordeel dat eiseres had kunnen weten dat zij ter zake van de handelingen waarvoor zij aftrek van voorbelasting claimt, deelnam aan btw-fraude in een keten van leveringen.
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBNHO:2019:5926&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie