In geschil is de hoogte van de proceskostenvergoeding in bezwaar en de vraag of de hoorplicht is geschonden. De rechtbank is van oordeel dat het bestreden besluit ten onrechte gegrond is verklaard omdat geen sprake was van een onrechtmatigheid van de kant van verweerder bij het nemen van het primaire besluit. De aanmaningskosten zijn terecht in rekening gebracht. Eiseres had daarom in feite gee…
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBNHO:2020:6477&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie