Belanghebbende werd tijdens een boekenonderzoek OB vertegenwoordigd door zijn echtgenote en accountant. Ondanks het ontbreken van een schriftelijke volmacht, mocht de inspecteur er van uitgaan dat zij gemachtigd waren nu er onder de gegeven omstandigheden sprake is van een schijn van volmacht (art. 3.61 lid 2 BW). De inspecteur heeft belanghebbende tijdens het boekenonderzoek de mogelijkheid ge…
Meer informatie: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBZWB:2014:2151
Geef een reactie