De ontvanger heeft belanghebbende een termijn van twee dagen geboden om te worden gehoord. De rechtbank oordeelt deze termijn onredelijk kort, zodat belanghebbende de reële mogelijkheid is onthouden om gehoord te worden. Op verzoek van belanghebbende voorziet de rechtbank zelf in de zaak.
Belanghebbende is ook na zijn uitschrijving in het Handelsregister als bestuurder bemoeienis met de dageli…
Meer informatie: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBZWB:2014:3622
Geef een reactie