De rechtbank vernietigt de navorderingsaanslag. Uit de wettekst volgt niet dat de onbeperkte bevoegdheid tot navordering ook geldt voor nalatenschappen waarvoor de bevoegdheid tot navordering op 1 januari 2012 al was vervallen. De wetsgeschiedenis geeft geen aanknopingspunten voor een andersluidende opvatting. De rechtbank ziet geen aanleiding prejudiciële vragen voor te leggen aan de Hoge Raad.
Meer informatie: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBZWB:2016:4242
Geef een reactie