Artikel 5.2 van de Wet IB 2001. Proefprocedure forfaitaire rendementsheffing box 3 jaar 2014. Belanghebbende bezit onder andere bank- en spaartegoeden. Belanghebbende voert aan dat voor spaartegoeden een heffing over een forfaitair rendement van 4% in strijd is met artikel 1 EP EVRM omdat dat rendement voor spaartegoeden te veel afwijkt van zowel het reële als het nominale rendement. De Hoge Ra…
Meer informatie: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBZWB:2017:68&showbutton=true
Geef een reactie