Artikel 3.54, lid 5 onderdeel b, Wet IB 2001 / Vrijval herinvesteringsreserve (HIR)?
Belanghebbende heeft een HIR gevormd. De rechtbank oordeelt dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat binnen de driejaarstermijn een begin van uitvoering is gegeven aan een herinvestering. Nu daarvan geen sprake is, behoeft de vraag of sprake is van voormelde bijzondere omstandigheid geen behandelin…
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBZWB:2018:2022&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie