De rechtbank is van oordeel dat van ‘bijzondere omstandigheden’ als bedoeld in artikel 2, derde lid van het Bpb geen sprake is. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding om voor de kostenvergoeding voor de bezwaarfase af te wijken van de forfaitaire bedragen van het Bpb.
Meer informatie: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBZWB:2024:343&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie