Belanghebbende is onderworpen aan het Belgische sociale zekerheidsstelsel voor zelfstandigen. Uit dien hoofde is hij verplicht verzekerd volgens het sociaal statuut der zelfstandigen van het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen (RSVZ). In geschil is of de betaalde RSVZ-bijdragen aftrekbaar zijn van de belastbare winst of anderszins ten laste van de belastbare inkomens uit werk en woning kunnen worden gebracht. De rechtbank oordeelt dat er sprake is van een zodanige causaliteit tussen de RSVZ-bijdrage en de onderneming dat die bijdrage een aftrekbare bedrijfslast is. Premies die een belastingplichtige in zijn hoedanigheid van ondernemer betaalt, zijn aftrekbaar van de winst, tenzij anders is geregeld in de wet. Wel dient voor het geheel van de betaalde RSVZ-bijdragen te worden beoordeeld in hoeverre zij kosten en/of uitgaven vormen die op grond van de Nederlandse wet- en regelgeving zijn uitgesloten van aftrek van de winst. Gelet op de manier waarop de premie is opgebouwd en de verschillende componenten van de betaalde RSVZ-bijdragen zijn toe te rekenen aan de verschillende aanspraken en rechten op uitkeringen die daaruit voortvloeien, komt de rechtbank tot het oordeel dat een deel aftrekbaar is van de winst, een deel aftrekbaar is als uitgave voor een inkomensvoorziening en een deel niet aftrekbaar is/van aftrek is uitgesloten.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BV0518
Geef een reactie