In geschil is het antwoord op de vraag voor welk deel van zijn basissalaris belanghebbende recht heeft op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting op grond van het zogenoemde artiesten- en sportersartikel. Belanghebbende is van mening dat hij voor de dagen dat hij op trainingskamp was in het buitenland, recht heeft op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting over een dienovereenkomstig gedeelte van zijn basissalaris. Naar het oordeel van de rechtbank noopt het arrest van de Hoge Raad van 9 februari 2007, nr. 40604, BNB 2007/143 niet tot een dergelijke verstrekkende uitleg. De trainingskampen staan immers niet in direct verband met een publieksgericht optreden in dezelfde staat, zodat in zoverre geen voorkoming behoeft te worden gegeven. Het gedeelte van het basissalaris dat betrekking heeft op dagen die belanghebbende heeft doorgebracht in het buitenland in het kader van werkzaamheden voor het nationale elftal komt wel voor aftrek ter voorkoming van dubbele belasting in aanmerking. De noemer van de voorkomingsbreuk dient, gelet op het bepaalde in de CAO, te worden vastgesteld op 230 dagen (365 dagen –/ 104 weekenddagen –/ 31 vakantie- en feestdagen).
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BV0679
Geef een reactie