Belanghebbende exploiteert samen met zijn echtgenote een melkveebedrijf dat hij met uitzondering van de onroerende zaken inbrengt in een BV. De onroerende zaken worden verpacht aan de BV. De BV heeft het melkveebedrijf gestaakt en het melkquotum verleasd. De pachtovereenkomst is om niet beëindigd. In dit kader is in het jaar 2002 door de inspecteur een bedrag als resultaat uit een werkzaamheid in aanmerking genomen; deze visie is na een procedure voor het Hof bevestigd. In 2003 heeft de inspecteur ten aanzien van dezelfde beëindiging een uitdeling gesteld. Het Hof oordeelt dat dit weliswaar in beginsel juist kan zijn, maar omdat dit voordeel als resultaat uit een werkzaamheid reeds is belast in een ander jaar het in strijd met het systeem van de Wet zou zijn dit voordeel als uitdeling aan te merken en te belasten als inkomen uit aanmerkelijk belang. Hoger beroep gegrond, de navorderingsaanslag wordt vernietigd.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BV2376
Geef een reactie