De politie heeft geconstateerd dat belanghebbende gebruik gemaakt heeft van de openbare weg met een voertuig dat was voorzien van een handelaarskenteken. De betreffende auto was eigendom van belanghebbende en op het moment van constatering door de politie was het kenteken geschorst. Het Hof oordeelt dat de betreffende auto nooit tot de bedrijfsvoorraad van de houder van het handelaarskenteken heeft behoort. Ter zitting heeft belanghebbende verklaard dat de auto door het garagebedrijf zou worden gerepareerd en klaar gemaakt zou worden voor de verkoop. Bij de controle was belanghebbende volgens zijn verklaring op weg naar het garagebedrijf en, naar het oordeel van het Hof, klaarblijkelijk aangewezen door de houder van het handelaarskenteken om dit kenteken te gebruiken. Daarmee is naar het oordeel van het Hof voldaan aan artikel 44 van het kentekenreglement. Hoger beroep gegrond, naheffingsaanslag vernietigd.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BV2378
Geef een reactie