Belanghebbende moet, na een vermindering tenslotte nog € 26,06 betalen. Wegens het uitblijven van betaling is aan belanghebbende een dwangbevel betekend van in totaal € 78,06. Tegen dit dwangbevel heeft belanghebbende beroep aangetekend bij de belastingrechter; deze heeft zich onbevoegd verklaard. In hoger beroep oordeelt het Hof dat, gelet op artikel 17, lid 1, Invorderingswet 1990 de bestuursrechter niet bevoegd is om kennis te nemen van een dergelijk geschil; daartoe is uitsluitend de burgerlijke rechter bevoegd. Hoger beroep ongegrond.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BV2413
Geef een reactie