Belanghebbende drijft in de vorm van een eenmanszaak een aantal ondernemingen. Bij een boekenonderzoek blijkt dat de kasadministratie niet deugt: er zijn aanzienlijke negatieve kassen. Belanghebbende stelt met betrekking tot belangrijke bedragen , besteed aan onderhoud van haar woning en de aflossing van een schuld onder hypothecair verband dat ze deze bedragen in contanten heeft ontvangen van de vader van haar zoon. Het Hof acht dit geheel niet geloofwaardig en volgt de inspecteur in zijn stelling dat de administratie van belanghebbende niet voldoet aan de eisen van artikel 52 AWR en dat derhalve artikel 27e AWR van toepassing is. belanghebbende is in gebreke gebleven om bewijsstukken te overleggen van de belangrijke bedragen die zij in contanten zou hebben ontvangen. Het door de inspecteur vastgestelde inkomen acht het Hof, op een kleine correctie na, redelijk. De boete matigt het Hof in verband met het overschrijden van de redelijke termijn. Hoger beroep gegrond.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BV6153
Geef een reactie