Met het aan zijn werknemers ter beschikking stellen van een fitness-abonnement heeft belanghebbende verstrekkingen gedaan die als loon dienen te worden aangemerkt. Belanghebbende heeft immers niet aannemelijk gemaakt dat het sporten geheel of nagenoeg geheel heeft plaatsgevonden gedurende de werktijd. Hoewel de rechtbank het beroep van belanghebbende gegrond heeft verklaard, heeft zij terecht geen aanleiding gezien de inspecteur te veroordelen in de proceskosten van belanghebbende.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BV6310
Geef een reactie