In 2001 heeft de inspecteur met de dga van belanghebbende een afspraak betreffende de bijtelling privé-gebruik auto gemaakt inhoudende dat de bijtelling zal worden gebaseerd op de gemiddelde catalogusprijs van de twee auto’s die door belanghebbende ter beschikking worden gesteld. Vaststaat dat deze afspraak in 2007 contra legem is, omdat de bijtelling per auto dient plaats te vinden. Het staat de inspecteur in beginsel vrij een voor onbepaalde tijd aangegane overeenkomst op te zeggen. Wel dient daarbij rekening te worden gehouden met de gerechtvaardigde belangen van de belastingplichtige. Dit betekent dat opzegging van de overeenkomst slechts kan plaatsvinden met ingang van een in de toekomst gelegen tijdstip. Hoe lang de overgangstermijn is die de belastingplichtige zal worden gegund, is afhankelijk van de omstandigheden van het concrete geval. De inspecteur heeft belanghebbende de facto een overgangstermijn van 2 weken verleend. Naar het oordeel van het hof was dat in het onderhavige geval voldoende. Belanghebbende is geen langlopende verplichtingen aangegaan en zij heeft haar bedrijfsvoering later ook niet aangepast. Het gelijk is aan de inspecteur.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BV7549
Geef een reactie