Belanghebbende is eigenaar/bewoner van een monumentenpand. Na de aankoop in 1986 heeft belanghebbende de eiken parketvloer die was beschadigd door wateroverlast, naar zijn zeggen voorlopig, in verband met het toen beschikbare budget, vervangen door vloerbedekking. In 2007 heeft belanghebbende deze vloerbedekking weer vervangen door een eiken visgraatparketvloer. In geschil is of het voor de nieuwe parketvloer betaalde bedrag in aftrek kan komen als uitgave voor monumentenpanden als bedoeld in art. 6.31 Wet IB 2001. Het hof stelt voorop dat volgens vaste jurisprudentie slechts de onderhoudskosten aftrekbaar zijn. Dit zijn de uitgaven voor werkzaamheden die dienen om een gebouw, zoals dit bij de stichting of na latere verandering bestond, in bruikbare staat te houden en aldus achteruitgang en verval te voorkomen. Daarvan is volgens het hof in het onderhavige geval sprake. Het monumentenpand is in de oorspronkelijke staat teruggebracht; er is geen sprake van verbetering. Het gelijk is aan belanghebbende.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BV7550
Geef een reactie