Belanghebbende heeft de Nederlandse nationaliteit en woont in België. Hij dreef in Nederland een onderneming, welke hij in het onderhavige jaar heeft ingebracht in een bv. Belanghebbende heeft voor zijn werkzaamheden voor de bv een loon ontvangen. In zijn aangifte heeft hij geopteerd voor de behandeling als binnenlands belastingplichtige. Over het loon heeft belanghebbende in België personenbelasting betaald in de vorm van de zogenoemde gemeentelijke opcentiemen. In geschil is of het genoten loon tot het Nederlands inkomen behoort. Het hof dient, gelet op art. 7.2, zevende lid, Wet IB 2001, te onderzoeken (1) waar belanghebbende zijn dienstbetrekking vervulde en (2) of het door hem genoten loon feitelijk was onderworpen aan een belasting naar het inkomen die door of vanwege een andere mogendheid, in casu België, werd geheven. Het hof komt tot het oordeel dat de opcentiemen door en vanwege de Belgische gemeenten worden geheven. Belgische gemeenten zijn geen mogendheid als bedoeld in art. 7.2, zevende lid, Wet IB 2001. Vraag 2 moet dus ontkennend worden beantwoord en vraag 1 behoeft dan geen beantwoording meer. Het gelijk is aan de inspecteur.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BV7556
Geef een reactie