De rechtbank was niet onbevoegd en had een oordeel moeten geven over de vraag of de inspecteur (en niet de staatssecretaris) als verweerder een (juiste) beslissing heeft genomen over de hoogte van de vergoeding voor de kosten in de bezwaarfase. Het Hof oordeelt dat sprake is van een bijzondere omstandigheid en stelt de te vergoeden kosten voor de bezwaarfase en overschrijding van de redelijke termijn vast op in totaal € 10.000.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BV8719
Geef een reactie