Tussen partijen is in hoger beroep primair in geschil of op de in 2.3 bedoelde diensten de vrijstelling als bedoeld in artikel 11, eerste lid, letter k, van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: de Wet) van toepassing is. Voorts is in geschil of in de in geding zijnde periode een fiscale eenheid voor de heffing van omzetbelasting aanwezig moet worden geacht tussen de volgende personen dan wel entiteiten: A, D BV, E BV, F BV, L BV, de Stichting G, I BV en J.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BV8933
Geef een reactie