Het souterrain waarin zich voorheen de praktijkruimte bevond was op het tijdstip van overgang van het werkzaamheidsvermogen naar het privévermogen niet feitelijk bewoond. Voor de beëindiging van de terbeschikkingstelling in het kader van belanghebbendes aangifte IB/PVV is de in de boekhouding en aangifte vpb van belanghebbendes BV opgenomen datum van staking niet bepalend. Bij het einde van de terbeschikkingstelling moet voor de bepaling van het resultaat uit overige werkzaamheden de waarde in het economisch verkeer in aanmerking worden genomen. Er is geen vertrouwen gewekt dat uitgaande van de waarde in vrij opleverbare staat rekening gehouden moet worden met de waardedrukkende factor wegens waarde bewoond. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel faalt.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BV9877
Geef een reactie