Eiseres (een BV) heeft aan haar dga pensioenrechten toegekend en daartoe in eigen beheer een pensioenvoorziening gevormd. Eiseres heeft de pensioenverplichting aan een stichting overgedragen. In geschil is of verweerder de correcties inzake de rekenrente en de na-indexatie terecht heeft aangebracht. Rechtbank Den Haag oordeelt dat het door eiseres ingenomen standpunt dat het bepaalde in artikel 3.26 Wet IB 2001 niet op haar van toepassing zou zijn vanwege de overdracht van de pensioenverplichting, berust gegeven het arrest van de Hoge Raad van 24 december 2010, nr. 09/03431, LJN: BM9257, op een onjuiste rechtsopvatting. Tussen partijen staat vast dat eiseres pas na de in artikel 3.27, eerste lid, Wet IB 2001 vermelde termijn haar schuld terzake van de overnamevergoeding aan de stichting heeft voldaan. Reeds hierom heeft eiseres geen recht op aftrek op basis van voormeld artikel. Artikel 3.147 van de Wet IB 2001 is ingevolge het bepaalde in artikel 8, eerste lid, Wet op de vennootschapsbelasting 1969, niet op eiseres van toepassing. Gelet op artikel 3.28 van de Wet IB 2001 heeft verweerder terecht het door hem in aanmerking genomen bedrag aangemerkt als kosten en lasten die verband houden met wijzigingen van in de hoogte van lonen of prijzen na afloop van het onderhavige jaar. Immers, voor zover de pensioenverplichting meer bedraagt dan het geval zou zijn indien bij de berekening daarvan een rekenrente van ten minste 4% zou zijn toegepast, heeft de aftrek van de overnamevergoeding ook in zoverre ten onrechte plaatsgevonden. Het beroep is gegrond omdat verweerder bij een nadere berekening op een lager belastbaar bedrag uitkomt.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BW1045
Geef een reactie