Ontnemingsvordering ten bedrage van € 68.545,46 toegewezen. Beroep op vermindering van de ontnemingsvordering op grond van overschrijding redelijke termijn afgewezen, aangezien in de hoofdzaak deze overschrijding reeds tot strafvermindering heeft geleid. De door de op de naam van de echtgenote van veroordeelde staande eenmanszaak uit door de veroordeelde begane strafbare feiten op een bankrekening van die echtgenote ontvangen bedragen zijn genoten door veroordeelde, aangezien uit feiten en omstandigheden blijkt dat deze onderneming voor rekening van veroordeelde werd gedreven en veroordeelde binnen die onderneming de financiële verantwoordelijkheid droeg.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BW1048
Geef een reactie