LB. Geen dienstbetrekking prostituees. Belanghebbende is met prostituees huurovereenkomsten aangegaan voor de huur van een “bedrijfsunit” op locatie B. De prostituee kan op grond daarvan een “bedrijfsunit” gedurende een aantal uren per etmaal op de dagen dat zij wenst te werken gebruiken inclusief roerende en onroerende zaken. Belanghebbende draagt zorg voor de inrichting van de “bedrijfsunits” en is verantwoordelijk voor de gemeenschappelijke ruimten. De rechtbank is van oordeel dat de organisatie van belanghebbende er op is gericht een voor de prostituees veilige, hygiënische en doelmatige werkplek te creëren. Daartoe wordt sturing gegeven en vindt toezicht plaats. De op naam van belanghebbende gestelde vergunning van de gemeente B legt aan belanghebbende eisen en verplichtingen op die onder meer ook voortvloeien uit de plaatselijke Algemene Politie Verordening. De rechtbank acht dan aannemelijk dat belanghebbendes bemoeienis met de dames niet verder reikt dan de voldoening aan de eerder genoemde eisen en de met de dames gesloten huurovereenkomsten verlangen. De rechtbank is van oordeel dat de rol die belanghebbende vervult in het kader van de bedrijfsvoering niet dermate betekenend en overheersend is dat deze overeenkomt met de mogelijkheden tot sturing, controle en toezicht van een werkgever jegens haar werknemers.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BW3770
Geef een reactie