Tussen partijen is in geschil het antwoord op de volgende vragen: 1. Heeft de Inspecteur de microfiches onrechtmatig dan wel in strijd met het internationale vertrouwensbeginsel verkregen? 2. Heeft de Inspecteur het evenredigheidsbeginsel geschonden bij het opleggen van de navorderingsaanslagen? 3. Heeft de Inspecteur terecht de bewijslast omgekeerd en verzwaard (hierna: de omkering van de bewijslast)? 4. Heeft de Inspecteur een redelijke schatting van de inkomsten en het vermogen gemaakt? 5. Heeft de Inspecteur terecht de navorderingsaanslagen IB/PVV 1991 en VB 1992 opgelegd? 6. Heeft de Inspecteur de hoogte van het vermogen voor de navorderingsaanslagen VB 1992 tot en met 2000 juist vastgesteld? 7. Heeft de Inspecteur terecht en tot de juiste bedragen boeten opgelegd?
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BW4721
Geef een reactie