Omzetbelasting. School. Gemeente laat schoolgebouw bouwen (bouwkosten 18 miljoen), levert het schoolgebouw aan het schoolbestuur (voor een koopsom van 440.000 euro) en trekt de omzetbelasting op de bouwkosten af (3,3 miljoen). Belastingdienst heft na. Vragen: 1) Is de levering van het schoolgebouw een levering in de zin van artikel 3, eerste lid, onderdeel a van de Wet OB? Drie deelvragen: a) Is de macht overgedragen om als eigenaar over het schoolgebouw te beschikken, ondanks de bepalingen in de akte in verband met de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO)? Ja. Zie HR 17 februari 2012, 09/04280, LJN: BR4486. b) Heeft de levering tegen vergoeding plaatsgevonden? Ja. Geen symbolische vergoeding. Voldoende rechtstreeks verband, ondanks het feit dat de lage koopsom is vastgesteld op het bedrag dat eerst als eigen bijdrage betaald moest worden; er is sprake van een economische activiteit. c) Heeft de gemeente gehandeld als overheid of als ondernemer? Als ondernemer, omdat sprake is van een levering in de zin van artikel 3 Wet OB. 2) Is sprake van misbruik van recht? Ja. Belastingvoordeel in strijd met doel BTW-richtlijn en Wet OB. Levering tegen zeer lage vergoeding, terwijl levering om niet met kleine eigen bijdrage gebruikelijk is in verband met wettelijke plicht van gemeente om voor terbeschikkingstelling school te zorgen. De koopprijs beantwoordt niet aan de economische realiteit; er is geen sprake van normale marktvoorwaarden (arrest HvJ Weald Leasing). Strijd met het door de richtlijn beoogde doel, hoewel er geen sprake is van een kunstmatige constructie; alleen de hoogte van de koopsom is artificieel. Wezenlijke doel van de transactie bestaat in verkrijgen belastingvoordeel.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BW6623
Geef een reactie