In het kader van zijn dienstbetrekking bij een in Nederland gevestigde onderneming is belanghebbende geheel 2007 met behoud van salaris werkzaam geweest bij een instituut voor management en ontwikkeling in Zwitserland. 1) Woonplaats artikel 4 AWR: Zwitserland. Dienstbetrekking en in Nederland woonachtige kinderen leiden niet tot een dusdanige band met Nederland dat sprake was van een woonplaats alhier. 2) Geen heffingsrecht ter zake van reguliere salaris en afrekening vakantiedagen. Vanwege de onzekerheid van terugkeer naar Nederland, kan niet worden gesteld dat belanghebbende zijn dienstbetrekking “gewoonlijk” uitoefende op het grondgebied van Nederland. 3) Performance bonus vormt géén ontslagvergoeding maar een extra beloning voor de verrichte werkzaamheden bij het instituut in Zwitserland. 4) Artikel 7 van de Overeenkomst Sociale zekerheid vereist niet dat de uitgezonden werknemer bij het einde van de uitzending terugkeert of de intentie heeft terug te keren naar het land waarin de uitzendende vennootschap is gevestigd. Belanghebbende is derhalve premieplichtig gebleven in Nederland.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BW8981
Geef een reactie