Het duwen van het slachtoffer is naar het oordeel van het hof te kwalificeren als een objectief vast te stellen niet-verbaal handelen dat naar zijn aard de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer met geweld ondersteunt. Dit levert naar het oordeel van het hof een misdrijf op dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen als bedoeld in artikel 38e van het Wetboek van Strafrecht. Aldus is het hof van oordeel dat er in dit geval sprake is van een niet gemaximeerde terbeschikkingstelling. Het hof constateert dat uit de voorhanden zijnde stukken blijkt dat de terbeschikkinggestelde thans verblijft in [psychiatrisch centrum] en bereid is op vrijwillige basis zijn verblijf aldaar voort te zetten. Binnen het kader van de GGZ wordt in gestructureerde omstandigheden en bij continuering van de antipsychotische medicatie het recidiverisico als laag ingeschat. Het hof acht, gelet op het indexdelict en de rechtsbeginselen van proportionaliteit en subsidiariteit, een beëindiging van de terbeschikkingstelling thans geboden.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BX1582
Geef een reactie