Aankoop door belanghebbende van een zeiljacht van haar aandeelhouder. Verkoop van dit zeiljacht op dezelfde dag door belanghebbende aan een op de Britse Maagdeneilanden gevestigde limited van genoemde aandeelhouder. In de afgifte van een akte van uitklaring ligt niet besloten dat het schip is ‘uitgevoerd’ in de zin van tabel II, post a-2. Ook overigens is van uitvoer niet gebleken. Het zeiljacht moet als ‘pleziervaartuig’ in de zin van van tabel II, post a-3, worden gekwalificeerd. Er is noch door het afgeven van de verklaring Benelux 21 noch door het stellen van vragen bij de ingestelde controle vertrouwen gewekt dat het nultarief van toepassing zou zijn. Belanghebbende heeft geen recht op toepassing van het nultarief. Het hoger beroep van de inspecteur treft doel, omdat de rechtbank de naheffingsaanslag onjuist heeft berekend.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BX2317
Geef een reactie