CONCLUSIE PG Belanghebbende houdt zich bezig met de fabricage, de import en de export van, en de handel in kleding. In de periode 1 januari 2003 tot en met 31 december 2004 hebben verschillende douane-expediteurs in opdracht van belanghebbende aangiften gedaan voor het in het vrije verkeer brengen van kleding. In augustus 2005 heeft de Inspecteur bij belanghebbende een controle na invoer als bedoeld in artikel 78 van het Communautair douanewetboek (hierna: CDW). uitgevoerd. Het onderzoek had betrekking op de jaren 2003 en 2004 en richtte zich in het bijzonder op de bij invoer gehanteerde douanewaarde van de ingevoerde kleding. De bevindingen uit het onderzoek waren voor de Inspecteur aanleiding zich op het standpunt te stellen dat bij de vorenbedoelde aangiften voor het vrije verkeer onjuiste douanewaarden zijn gehanteerd omdat (kort gezegd) door belanghebbende als ‘inkoopcommissie’ beschouwde – en daarom niet tot de transactiewaarde van de ingevoerde goederen gerekende – bedragen, volgens de Inspecteur wel tot de douanewaarde van de ingevoerde goederen moeten worden gerekend. De Inspecteur heeft aan belanghebbende uitnodigingen tot betaling uitgereikt, zich op het standpunt stellende dat belanghebbende wist of had moeten weten dat de door haar ten behoeve van de aangiften verstrekte gegevens onjuist waren. Vervolg inhoudsindicatie, zie de conclusie
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BY6062
Geef een reactie