CONCLUSIE PG Onderwerp van deze conclusie is de fiscale eenheid als bedoeld in artikel 7, lid 4, van de Wet op de omzetbelasting 1968 (verder: de Wet). Belanghebbende is één van de drie 100%-dochters van een houdstervennootschap. Deze houdstervennootschap vormt met haar beide andere dochters een fiscale eenheid (hierna: Fiscale Eenheid). Belanghebbende is niet gevoegd, haars inziens ten onrechte. De procedure spitst zich toe op de vraag of belanghebbende in economisch opzicht voldoende nauw verbonden is met de Fiscale Eenheid om ook daarvan deel uit te maken. Tussen partijen is in confesso dat aan de overige (materiële) voorwaarden voor de vaststelling van een fiscale eenheid – de verbondenheid in financieel en organisatorisch opzicht – is voldaan. Voor vervolg zie conclusie
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BY7670
Geef een reactie