Tussen partijen is in hoger beroep in geschil of (i) de Rechtbank terecht heeft beslist dat belanghebbende ontvankelijk is in diens beroep, (ii) of een proceskostenvergoeding voor het taxatierapport moet worden toegekend en (iii) of de Rechtbank van een juiste wegingsfactor is uitgegaan bij het berekenen van de proceskostenvergoeding voor in bezwaar en in beroep gemaakte kosten. Belanghebbende beantwoordt de eerste twee vragen bevestigend en de laatste ontkennend. De wegingsfactor dient, aldus belanghebbende, voor de bezwaar- en beroepsfase op 1 te worden gesteld. De heffingsambtenaar beantwoordt de eerste twee vragen ontkennend en bepleit – met betrekking tot de derde vraag – voor zowel de bezwaar- als de beroepsfase toepassing van een wegingsfactor van 0,25. Het incidenteel hoger beroep van de heffingsambtenaar ziet op de eerste en de derde vraag.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BY8081
Geef een reactie