Verzoek tot herziening ex artikel 8:88 Awb. In zijn uitspraak van 10 oktober 2002, nr. 98/03178 heeft Hof Den Bosch beslist dat belanghebbende inkomsten uit overige arbeid heeft genoten uit de aan- en verkoop van aandelen. Het Hof heeft de opgelegde verhoging deels in stand gelaten. Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep in cassatie ingesteld. De tegen de uitspraak gerichte cassatiemiddelen die betrekking hadden op de enkelvoudige belasting, werden door de Hoge Raad verworpen. De cassatiemiddelen die betrekking hadden op de verhoging, slaagden. De uitspraak werd vernietigd en verwezen naar Hof Arnhem. Belanghebbende dient een herzieningsverzoek in bij de Hoge Raad, die oordeelt dat een dergelijk verzoek slechts gericht kan worden tot het gerecht dat de beslissing heeft genomen. Daarop dient belanghebbende een herzieningsverzoek in bij Hof Den Bosch, stellende dat de aanslag onjuist was en dat hij nieuwe feiten heeft die dat standpunt ondersteunen. Hof Den Bosch acht zichzelf op grond van ratio van artikel 8:88 Awb bevoegd het herzieningsverzoek te behandelen, ofschoon zijn uitspraak werd vernietigd. Omdat het oorspronkelijke procesdossier ontbreekt, zowel bij de gerechtshoven Den Bosch en Arnhem, als bij de Hoge Raad, stelt het Hof partijen in de gelegenheid stukken te overleggen die, naar tussen hen niet in geschil is, onderdeel uitmaakten van dat dossier. Het herzieningsverzoek wordt afgewezen. De door belanghebbende aangevoerde nova worden hetzij niet als novum in de zin van artikel 8:88 Awb aangemerkt, hetzij te licht bevonden qua bewijskracht, hetzij niet relevant geacht, omdat zij de grondslag van de aangevallen uitspraak niet raken. Het Hof acht niet aannemelijk dat die nova, indien destijds bekend, tot een andere uitkomst van het geschil hadden kunnen leiden.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BY9342
Geef een reactie