1. Uitleg 8:38 Awb. Uitnodiging ter zitting, meer dan drie weken voorafgaande aan de zitting verzonden aan het kantoor van gemachtigde, wordt door curator van gemachtigde teruggezonden aan de griffie met de mededeling dat het kantoor is failliet verklaard. De griffier verzendt daarop de uitnodiging per aangetekende post aan belanghebbendes prive-adres. Het Hof oordeelt dat belanghebbende hiermee op de juiste wijze is uitgenodigd. 2. Omkering van de bewijslast. Vereiste aangifte. Bewijskracht te ontlenen aan strafrechtelijke veroordeling wegens handel in verdovende middelen. De rechter kan weliswaar bewijs ontlenen aan de strafrechtelijke veroordeling, maar dient ook zelfstandig een oordeel te vormen over de feiten (vgl. HR 19 juni 1996, nr. 31079, LJN AA1946). Naar het oordeel van het Hof zijn de bij huiszoekingen aangetroffen bedragen van zodanige omvang, dat aannemelijk is dat belanghebbende aanzienlijke inkomsten heeft verzwegen. Gezien het geringe overige inkomen van belanghebbende is daarmee tevens aannemelijk dat als gevolg van het niet-aangeven van de illegale inkomsten een relatief en absoluut omvangrijk bedrag aan belasting niet is geheven. Het Hof acht voorts aannemelijk dat belanghebbende zich hiervan bewust was. Omkering van de bewijslast terecht. 3. Geen kostenaftrek voor inbeslaggenomen gelden. Evenmin passiefpost: aftrek voor ontnomen wederrechtelijk verkregen voordeel kan pas plaatsvinden in het jaar waarin de gelden definitief het vermogen van belanghebbende verlaten (Hoge Raad 23 september 2011, LJN BT2299). Anders dan belanghebbende betoogt, is dat niet het moment van inbeslagname, omdat een inbeslagname niet per definitie tot een verbeurdverklaring behoeft te leiden. De definitieve verbeurdverklaring is pas het moment dat de gelden het vermogen van belanghebbende hebben verlaten. Aanslag gehandhaafd. Hoger beroep ongegrond.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BZ0377
Geef een reactie