Het Hof oordeelt dat het beginsel van de eerbiediging van de rechten van de verdediging is geschonden ( Sopropé) maar dat belanghebbende daardoor niet is benadeeld. De door belangebbende bij de rechtbank ingetrokken grieven kunnen niet wederom in hoger beroep worden aangevoerd. De douanewaarde van de ingevoerde goederen omvat de provisie en de daarover berekende handling fee. De uitnodigingen tot betaling zijn derhalve op goede gronden vastgesteld. Het Hof verwerpt het beroep op het zorgvuldigheidsbeginsel en op artikel 220, lid 2, onder b, van het CDW.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BZ0400
Geef een reactie