Inkomstenbelasting. Tijdelijke Ouderen Regeling. Nu belanghebbende is vrijgesteld van het verrichten van arbeid vormt de door hem genoten uitkering geen onmiddellijke beloning voor bepaalde door hem verrichte arbeid, maar vindt die uitkering eerder zijn oorzaak in de voorheen door belanghebbende voor de werkgever verrichte arbeid. De TOR-uitkering moet worden aangemerkt als loon uit een vroegere dienstbetrekking. Een zodanige uikering kan niet, voor de toepassing van art. 8.11 Wet IB 2001, worden aangemerkt als loon dat is genoten met tegenwoordige arbeid. Belanghebbende heeft geen recht op de arbeidskorting.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BZ0880
Geef een reactie