Inkomstenbelasting. Terbeschikkingstelling. Partijen hebben de koopsom van € 495.000 uitsluitend bedoeld als tegenprestatie voor de op termijn te leveren onroerende zaken en partijen hebben hiermee geen vergoeding beoogd voor het recht van gebruik van de onroerende zaken. Een zakelijke vergoeding voor het ter beschikking stellen van de onroerende zaken moet jaarlijks in aanmerking worden genomen. Het Hof verwerpt dan ook het door de inspecteur ingenomen standpunt dat een bedrag van € 495.000 dan wel € 363.427 in 2002 tot het resultaat uit overige werkzaamheden moet worden gerekend. De omvang van de uiteindelijke koopsom voor de onroerende zaken staat niet vast. De koopprijs kan naar beneden worden bijgesteld. Onder die omstandigheid zijn er nog zoveel onzekerheden ten aanzien van de omvang van het te behalen resultaat met betrekking tot de onroerende zaken, dat het voorzichtigheidsbeginsel meebrengt dat het resultaat pas verantwoord behoeft te worden op het tijdstip van levering van de onroerende zaken. Er bestaat dan ook geen reden voor het in aanmerking nemen van een boekwinst op de onroerende zaken in 2002.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BZ6599
Geef een reactie