Met de in de verordening aangewezen stichting was, ten tijde van het vaststellen van de verordening, geen afdwingovereenkomst in de zin van art. 7 lid 3 Experimentenwet BI-zones gesloten. De nadien gesloten aanvullende overeenkomst kan dat gebrek niet helen. Dat het een vastlegging is van reeds bestaande wilsovereenstemming en dat aan de overeenkomst terugwerkende kracht is verleend kan hieraan niet afdoen. De verordening is op dit punt onverbindend.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=CA0943
Geef een reactie