Belanghebbende heeft een bouwvergunning aangevraagd voor een tuinbouwkas. Het College van Burgemeester en Wethouders heeft de vergunning geweigerd en belanghebbende een legesnota gezonden voor het in behandeling nemen van de vergunningaanvraag. Het Hof is van oordeel dat, zo de leges al door het college zouden zijn opgelegd, dit bevoegdheidsgebrek is hersteld doordat de Heffingsambtenaar deze leges inhoudelijk heeft beoordeeld en uitspraak op het daartegen gemaakte bezwaar heeft gedaan. Het Hof is verder van oordeel dat van onverbindendheid van de Verordening en de Tarieventabel geen sprake is en dat de Heffingsambtenaar de opbrengstlimiet niet heeft overschreden. De Heffingsambtenaar heeft bij het opleggen van de legesnota ook niet heeft gehandeld in strijd met het zorgvuldigheids- en evenredigheidsbeginsel.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=CA3094
Geef een reactie