Minister Jetten stuurt de 2e nota van wijziging bij het wetsvoorstel tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers naar de Tweede Kamer.
In oktober 2020 heeft minister Wiebes het wetsvoorstel Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers ingediend. De salderingsregeling is bedoeld voor kleinverbruikers die elektriciteit invoeden op het net en wordt met name gebruikt door kleinverbruikers die zelf elektriciteit opwekken met zonnepanelen.
De met zonnepanelen opgewekte stroom wordt jaarlijks verrekend met de stroom die verbruikt is, tegen hetzelfde tarief. Deze regeling zou vanaf 1 januari 2023 geleidelijk worden afgebouwd naar nul in 2031. Omdat de wetsvoorstel in januari 2021 controversieel is verklaard, heeft de behandeling een jaar stilgelegen. In de 1e nota van wijziging is de startdatum van de afbouw daarom met twee jaar uitgesteld naar 1 januari 2025. In de jaren 2023 en 2024 kan nog volledig worden gesaldeerd. In 2025 zal eenmalig een iets grotere afbouwstap gezet worden, waarna het pad vanaf 2026 weer wordt opgepakt zoals oorspronkelijk beoogd. Vanaf 2031 kan niet meer gesaldeerd worden. Uit onderzoek van TNO blijkt dat de terugverdientijd voor zonnepanelen onder de negen jaar ligt.
Middels de 2e nota van wijziging wordt in het wetsvoorstel opgenomen dat voor de facturering en inning wordt uitgegaan van de jaarlijkse leveringskosten aan de hand van saldering over het hele jaar. Er mag zo vaak gefactureerd wordt als de leverancier of klant dat wil, maar salderen vindt alleen jaarlijks plaats. De over het hele jaar aan het net onttrokken hoeveelheid elektriciteit wordt over het hele jaar gesaldeerd met een percentage van de hoeveelheid over het jaar op het net ingevoede elektriciteit. De percentages hiervoor zijn als volgt:
- het kalenderjaar 2025 64%;
- het kalenderjaar 2026 64%;
- het kalenderjaar 2027 55%;
- het kalenderjaar 2028 46%;
- het kalenderjaar 2029 37%;
- het kalenderjaar 2030 28%;
- de kalenderjaren vanaf 2031 0%.
Voor het deel van de ingevoede elektriciteit dat niet gesaldeerd kan worden, ontvangt de kleinverbruiker een redelijke vergoeding van de leverancier.
Ook is aangepast dat als de overeenkomst tussen leverancier en kleinverbruiker voor afloop van het factuurjaar wordt beëindigd, de berekening van de leveringskosten slechts plaatsvindt over het deel van het jaar waar de overeenkomst betrekking op heeft. Als de overeenkomst binnen een factuurjaar wordt opgezegd en de opvolgende overeenkomst bij dezelfde leverancier wordt afgesloten zijn het eerste en tweede lid van toepassing wat wil zeggen dat in dat geval wordt gesaldeerd over het factuurjaar.
Geef een reactie