De 30%-regeling is alleen van toepassing op loon uit tegenwoordige dienstbetrekking. Hof Den Haag besliste in een zaak waarin het ging om een ontslagvergoeding, dat sprake was van loon uit vroegere arbeid.
In deze zaak was de hoogte van de beëindigingsvergoeding vastgelegd in de arbeidsovereenkomst. Deze was gefixeerd op één bruto jaarsalaris en niet afhankelijk van de duur en omvang van de verrichte arbeid. Zou de werknemer na een maand moeten vertrekken, dan kreeg hij ook het volledige bedrag mee. Zou de overeenkomst echter niet door de werkgever worden beëindigd, of door ontslag op staande voet, dan zou de werknemer niets ontvangen. Hieruit concludeerde het hof dat de vergoeding niet ‘ten nauwste verband hield’ met het werk dat de werknemer deed. De vergoeding vormde geen rechtstreekse beloning voor de verrichte arbeid, maar zag op voorheen verrichte arbeid. De rechter merkte de ontslagvergoeding daarom aan als loon uit vroegere arbeid.
Wet: artikel 31a, lid 2, onderdeel e Wet LB
Meer informatie: Hof Den Haag, 26 juli 2011 (gepubliceerd 22 augustus 2011), LJN: BR5462
Geef een reactie