Volgens Advocaat-generaal Watttel vallen alleen de resultaten van een zogeheten perfect hedge met betrekking tot valutarisico’s op een deelneming onder de deelnemingsvrijstelling.
Een holding heeft in 2017 van haar Nederlandse zustervennootschap alle aandelen in een groepsmaatschappij gekocht, evenals een vordering op deze groepsmaatschappij. De groepsmaatschappij is gevestigd in Noorwegen en de vordering is in Noorse kronen. De groepsmaatschappij houdt zich bezig met de exploratie naar en de productie van olie en gas. De holding heeft als tegenprestatie voor de aandelen een externe schuld in Amerikaanse dollars overgenomen van de zustervennootschap. De holding rekent een deel van de schuld toe aan de deelneming in de Noorse groepsmaatschappij en een ander deel aan haar vordering op deze groepsmaatschappij. In 2017 waardeert de holding haar deelneming in de Noorse groepsvennootschap af in de commerciële jaarrekening. De voornaamste reden is een daling van de dollarkoers ten opzichte van de euro.
Afwijzing verzoek aanwijzing afdekkingsdoel dollarschuld
De holding vraagt de Belastingdienst om bij beschikking te bepalen dat de dollarschuld, voor zover toegerekend aan de deelneming, dient om het valutarisico op de deelneming af te dekken. Daardoor vallen eventuele valutaresultaten op dat deel van de lening ook onder de deelnemingsvrijstelling. Maar de inspecteur wijst dat verzoek af. De holding start daarop een beroepsprocedure die uiteindelijk voor de Hoge Raad belandt. De Advocaat-generaal (A-G) merkt op dat het geschil vooral ziet op de volgende vragen:
- Ziet de regeling voor instrumenten om valutarisico’s af te dekken ook op valutarisico’s die een lichaam indirect loopt, bijvoorbeeld via een deelneming?
- Is de regeling alleen van toepassing op (nagenoeg) perfect hedges of ook op zogeheten effective hedges?
- Gesteld dat de fiscale regeling ook geldt voor effective hedges van indirecte valutarisico’s bestrijkt, is het eerdere hofoordeel dat de holding valutarisico’s met betrekking tot de deelneming effectively hedged waren door haar dollarfinanciering van die deelneming juist?
Regeling niet bedoeld voor slechts effective hedge
De A-G concludeert dat de regeling ook geldt voor valutarisico’s die een lichaam indirect loopt. Maar hij meent ook dat de wetgever die regeling alleen heeft bedoeld voor (nagenoeg) perfect hedges en niet ook op slechts effective hedges. Dat betekent dat het hof us een verkeerde maatstaf heeft gebruikt. De A-G meent daarom dat het cassatieberoep van de staatssecretaris van Financiën gegrond is en dat de Hoge Raad de zaak zelf kan afdoen.
Wet: art 13, zevende lid Wet Vpb 1969
Bron: Parket bij de Hoge Raad 27 september 2024 (gepubliceerd 11 oktober 2024), ECLI:NL:PHR:2024:995, 23/04998
Geef een reactie