De bestuurdersaansprakelijkheid voor onbetaalde omzetbelastingschulden geldt niet voor ex-bestuurders van een vof. Maar zij zijn wel via de civiele weg aansprakelijk te stellen. Tot deze conclusie komt althans Advocaat-generaal Ettema.
Een man, zijn echtgenote en hun drie kinderen waren allemaal vennoten van een vof. Deze vof dreef een groothandel in schoenen, maar exporteerde ook computers en dergelijke. Op 31 december 2000 vond een ontbinding van de vof plaats. De vof is ontbonden. De Belastingdienst controleerde de gegevens van de vof over het jaar 2000. Naar aanleiding van die controle legde de inspecteur op 1 november 2002 de vof naheffingsaanslagen btw over de jaren 1999 en 2000 op. Hoewel de naheffingsaanslagen onherroepelijk werden, bleven zij onbetaald. Daarom stelde de inspecteur de man aansprakelijk, maar hij liet de andere vennoten met rust. De aansprakelijkgestelde man ging in beroep.
Civielrechtelijke aansprakelijkheid
Tegen de tijd dat de zaak voor de Hoge Raad komt, stelt de man dat de fiscus de onbetaalde omzetbelastingschuld van de vof niet op hem kan verhalen. Volgens de man geldt de bestuurdersaansprakelijkheid voor lichamen zonder rechtspersoonlijkheid niet voor ex-bestuurders. De advocaat-generaal (A-G) meent dat deze stelling juist is. Maar de Belastingdienst kan de man wel via een andere route aansprakelijk stellen. Het Wetboek van Koophandel bepaalt namelijk ieder van de firmanten van een vof hoofdelijk verbonden is voor de verplichtingen van de vof. De A-G adviseert de Hoge Raad daarom het cassatieberoep van de man ongegrond te verklaren, tenzij een ander middel een andere uitkomst rechtvaardigt.
Wet: art. 33 IW 1990 en art. 18 WvK
Bron: Parket bij de Hoge Raad 29 mei 2020 (gepubliceerd 19 juni 2020), ECLI:NL:PHR:2020:549, 18/02732
Geef een reactie