Vormen door een Belgische betaaldvoetbalorganisatie periodiek betaald tekengeld aan Belgische voetballers een vergoeding voor toekomstig in Nederland te verrichten sportprestaties? Dan komt de belastingheffing over die vergoeding aan Nederland toe.
Een in België gevestigde betaaldvoetbalorganisatie (BVO) had drie spelers onder contract. Deze spelers kregen naast een maandelijks salaris, ook recht op tekengeld. Dit tekengeld betaalde de BVO bij de meeste spelers in driemaandelijkse termijnen uit. Een speler ontving ook een groot bedrag aan tekengeld in één keer.
Nederlandse velden
In geschil bij Rechtbank Gelderland is of het door de Belgische BVO aan Nederlandse BVO’s uitgeleende voetbalspelers uitbetaalde tekengeld in Nederland belast is. Volgens de rechtbank zijn de periodieke uitbetaalde bedragen een vergoeding voor toekomstig te verrichten sportprestaties. Daarvoor verwijst de rechtbank naar het feit dat de BVO het tekengeld gedurende de looptijd per kwartaal betaalt aan de speler. Daarbij komt dat de bedragen bij twee van de drie spelers waren aangepast toen deze spelers aan een Nederlandse BVO werden uitgeleend, omdat de sportprestaties van de spelers voor de Belgische BVO minder waardevol werden. Bij beëindiging van de spelersovereenkomst met de Belgische BVO is het niet waarschijnlijk volgens de rechtbank dat de spelers nog recht zouden hebben op het tekengeld. Dit alles leidt de rechtbank tot de conclusie dat de periodiek uitbetaalde tekengelden aan de spelers een beloning zijn voor de in Nederland verrichte sportprestaties. Het in één keer uitbetaalde tekengeld was niet in Nederland belast. De BVO stelde nog dat de tekengelden als aanspraak in aanmerking konden komen, maar de rechtbank verwerpt deze zienswijze. De tekengelden dragen het karakter van een beloning voor het verrichten van werkzaamheden in dienstbetrekking en stoppen wanneer de overeenkomst wordt opgezegd. Deze beloning kan daarom geen voorziening zijn. De rechtbank oordeelt verder dat de Belgische BVO de 30%-regeling voor ingekomen werknemers op de tekengelden niet kan toepassen, omdat sprake is van loonbestanddelen waarbij loonheffing eindheffing is.
Wet: Art. 10 lid 1 en lid 2 Wet LB 1964
Belastingverdrag met België: art.15 en 17
Meer informatie: Rechtbank Gelderland 27 maart 2019 (gepubliceerd 29 maart 2019), ECLI:NL:RBGEL:2019:1339
Geef een reactie